Geschiedenis
De grondslag voor het katholieke onderwijs op Curaçao is in 1842 gelegd door de Congregatie Zusters van Roosendaal, op initiatief van Mgr.Niewindt. Dit onderwijs is aanvankelijk begonnen als missieactiviteit en was in wezen gericht op evangelisatie van vrijgemaakte slaven. In de 17e en 18e eeuw was de zorg van het onderwijs in de kolonie Curaçao nagenoeg uitsluitend overgelaten aan het particuliere kerkelijke initiatief.
In de 17e en 18e eeuw was de zorg van het R.K. Onderwijs in de kolonie Curaçao uitsluitend overgelaten aan het particuliere initiatief. Dit onderwijs was aanvankelijk in wezen gericht op evangelisatie van vrijgemaakte slaven. In november 1819 stelde de toenmalige gouverneur een “Provisioneel Reglement op het schoolwezen te Curaçao” vast. De koloniale Regering oefende, in dit verband, zijn gezag uit over de openbare scholen. De bijzondere scholen werden geduld. Mgr. Niewindt is de grondlegger geweest van het formele katholieke onderwijs. Bij Koninklijk Besluit werden de priesters Niewindt en Eyser tot pastoor en kapelaan in de kolonie Curaçao (en onderhorigen) benoemd. Zij kregen de zorg over een gemeente van 15.000 leden. Hun programma omvatte de bouw van kerken, versterken van missiekrachten, zorg voor onderwijs en opzet van financiële fondsen. Pastoor Niewindt werd later Apostolisch Prefect. Ten tijde van Mgr. Niewindt als Apostolisch Prefect werd de zorg voor het Onderwijs van regeringszijde beperkt tot de stad en bekommerde deze zich niet om de rest van de bevolking. In deze context heeft Mgr. Niewindt al het mogelijke gedaan om met zeer beperkte middelen en mensen, vooral met inzet van weldadigheid organisaties in Nederland, R.K. onderwijs te verzorgen voor armen.
Uiteindelijk lukte het Mgr. Niewindt in 1842 het zover te brengen dat de Congregatie van de Zusters van Roosendaal het R.K. Onderwijs op zich namen. Zij belastten zich met:
- Het openen van scholen voor kinderen van alle standen
- Het opzetten van een pensionaat voor meisjes van de deftige stand
- Het oprichten van Missiestaties in de buitendistricten ten behoeve van slaven wiens vrijmaking aanstaande was.
Het pionierswerk van deze congregatie leidde een nieuw tijdperk in van R.K. Onderwijs aangestuurd door Nederlandse religieuze congregaties. Alle uitgaven voor dit onderwijs werden behartigd door de Nederlandse congregaties en Europese R.K. Missie organisaties.
In 1848 werd in Nederland de vrijheid van onderwijs in de grondwet vastgesteld en werd een nieuw reglement door de koloniale regering opgesteld. Toelagen uit de koloniale kas voor katholiek onderwijs werd toen een wettige verplichting. Deze toelage was zeer karig. Het grootste deel van de kosten werd toch betaald in het kader van R.K. Missie activiteiten. In 1872 werd het gelijkheidsprincipe v.w.b. het openbaar en confessioneel onderwijs geintroduceerd. Als gevolg hiervan namen de Nederlandse congregaties geleidelijk aan de ontwikkeling op zich van het R.K. Onderwijs van de brede bevolking. In dit grondwettelijke kader werd de inrichting van het onderwijs op Curaçao vanaf 1873 de facto overgenomen door Nederlandse congregaties.
Achtereenvolgens namen de volgende Congregaties verscheidene delen van het R.K. Onderwijs op zich steeds onder de formele leiding van het Vicariaat, dat er was vanaf 1842
- Congregaties van de Zusters van Roosendaal
- Congregaties van de Fraters van Tilburg vanaf 1886
- Congregaties van de Zusters van Schijndel vanaf 1920.
- Kruisvaarders van St. Jan vanaf 1937
In 1934 verzorgde het Vicariaat 79 tot 89% van het totaal aantal leerlingen. In 1947 werd door de religieuze congregaties besloten met het Vicariaat te onderhandelen over de overname van de scholen onder het eigen bestuur. Uiteindelijk in 1948 kwamen de Vicariaatscholen onder de leiding van de op Curaçao aanwezige congregaties. In hetzelfde jaar werd het aantal congregaties uitgebreid met de Congregatie “Broeders van O.L Vrouw van Lourdes(Broeders van Dongen).
Tot 1953 werd het R.K. Onderwijs operationeel(beheersmatig) en bestuurlijk verzorgd door de Congregaties. Dit hield in: zorg voor scholenbouw en leerkrachten.
In 1953 deelden de congregaties aan de Apostolisch Vicaris mede, dat zij niet langer in staat waren alle scholen van religieuze krachten te voorzien en ook niet meer scholen onder hun leiding konden nemen. Als gevolg hiervan werd een lekenorganisatie voor R.K. Onderwijs opgericht: St. Jan Stichting. Hierna zouden vier stichtingen het beheer van de R.K. scholen van het Vicariaat overnemen.
- Stichting R.K. Scholen van de Fraters van Tilburg
- Stichting R.K. Schoolbestuur voor scholen van de Zusters van Roosendaal
- Stichting R.K. Scholen van de Zusters van Schijndel
- Jan Stichting Het schoolbestuur over scholen die niet onder de religieuze congregaties zouden vallen.
Later kwamen ook andere stichtingen bij het geheel o.a.
- K. Scholen van de Broeders van Dongen
- Stichting R.K. Technisch Onderwijs in de Nederlandse Antillen.
Officieel was de Bisschop weliswaar nog steeds het schoolbestuur van alle R.K Bijzondere Scholen maar hij machtigde twee personen van elke religieuze congregaties en van de St. Jan Stichting. In de praktijk was het bestuur van het R.K. onderwijs gesplitst in autonome entiteiten:
1952 | R.K. Technisch Onderwijs en Stichting R.K. Vakonderwijs Curaçao ETO. |
1954 | St. Jan Stichting |
1955 | Zusters van Roosendaal(scholen te Curaçao en Bonaire) |
1955 | Fraters van Tilburg (scholen te Curaçao en Bonaire) |
1955 | Congregatie Zusters van Schijndel |
1959 | Congregatie Broeders van Dongen |
1959 | Stichting St. Thomas College R.K. HBS |
1995 | Soeur Hedwig Stichting B.L.O |
In de Jaren ’60 moesten de religieuzen ten gevolge van een tekort aan leerkrachten zich van steeds meer scholen terug trekken. Het kwam voor dat op enkele scholen alleen het hoofd van de school nog een religieus was. Als gevolg hiervan trokken de congregaties zich successievelijk terug uit het beheer van R.K. scholen en werd in gemeen overleg besloten één R.K. Centraal Schoolbestuur voor alle typen van onderwijs op Curaçao op te richten. Deze nieuwe Stichting kwam in de plaats van alle toen bestaande zelfstandig werkende entiteiten voor kleuter-,blo-.basis-,mavo-,havo en vwo onderwijs en kon mettertijd uitgebreid worden met schoolbesturen belast met R.K. Bijzondere Nijverheid Onderwijs. Naast het successieve afnemen van het aantal religieuzen in het R.K. Onderwijs was een Centraal Schoolbestuur ook noodzakelijk om als partij bij onderhandelingen met onderwijsinstanties op landelijk en eilandelijk niveau veel steker te staan. In de beginfase hadden religieuzen zitting in het R.K. Centraal Schoolbestuur maar in de loop der jaren trokken alle religieuzen zich terug uit het bestuur van deze Stichting en werd het Centraal Schoolbestuur een instantie bestuurd door leken volgens eigentijdse normen van Good Governance met een Bestuur voor dagelijkse beheerszaken en een toezichthoudende laag op strategisch niveau.
Uit: 150 jaar Rooms Katholiek Onderwijs
Uitgave:komishon 150 ana Ensenansa Katoliko
De Stichting R.K. Centraal Schoolbestuur werd op 29 december 1969 ten kantore van notaris mr. A.A.G. Smeets opgericht. Bij deze oprichting werden de scholen van de volgende 10 katholieke schoolbesturen onder één bestuur gebracht:
Aantal Scholen | ||
Stichting Fraterscholen | 20 | |
Stichting Middelbare Onderwijs Curacao | 2 | |
Stichting Scholen Zusters van Roozendaal | 8 | |
Stichting Martinus Kleuterscholen | 11 | |
Stichting Scholen Zusters van Schijndel | 24 | |
Soeur Hedwig Stichting | 5 | |
St. Jan Stichting | 6 | |
Stichting Kleuteronderwijs | 10 | |
Stichting Vakonderwijs | 3 | |
Stichting R.K. Technisch Onderwijs | 3 | |
Totaal aantal scholen | 92 |
De Stichting Scholen Broeders van Dongen trad later toe tot de Stichting R.K. Centraal Schoolbestuur met 12 scholen.
De oprichters van de Stichting vermeld in de akte zijn:
Frater Serapion de Jong, Zuster Consolata Korfage, Zuster Felicité-Renders, dhr. Albert L. Hollander, Mevrouw Florence Baarda Debrot, dhr. Johannes Ruimers lid van de Kruisvaarders van St. Jan (Broeders van Brakkeput).
De eerste voorzitter van de Stichting R.K. Centraal Schoolbestuur was Frater Aurelio Verbunt. Ten tijde van de oprichting was Mgr. Holterman bisschop van Willemstad.
Het eerste bestuur bestond uit de volgende leden:
Frater Aurelio Verbunt Frater Serapion de Jong Dr. L.W. Statius van Eps Drs. C.J.T. Römer Frater Arnoldus van Zoest Zuster Marie van der Kallen Zuster Ignatia Bollinger dhr. J.L.M. Smeulders Pater C. van Dorst dhr. R. Lamers dhr. W.M., Franco dhr. D.F. Martina |
dhr. J.J.A. Ruimers dhr. A.R. Kook Broeder Rigobertus v/d Ven dhr. A.L. Hollander dhr. J.M. Wanga dhr. G.J. Hollander Mr. G. Hermans Zuster Consolata Korfage Zuster Edith van Genen Zuster Otilia de Castro en Zuster Felicité Renders |
De Stichting is tot 1974 gehuisvest geweest aan de Abraham de Veerstraat 12 en verhuisde toen naar Huize Scherpenheuvel van waaruit tot september 2008 de werkzaamheden werden verricht. Sinds september 2008 is het bestuur van de stichting gehuisvest in het gebouw van het voormalig St. Aloisius College te Pietermaai aan het Julianaplein 23.
Momenteel hebben buiten de Bisschop van Willemstad, titulair hoofd van het katholiek onderwijs, nog 2 religieuzen zitting in het Stichtingsbestuur.